Een bijzondere familie
Een bijzondere familie(?)
Eigenlijk valt dat nog wel mee. De opa van mijn opa is ooit veroordeeld voor smokkelen. De grootste straf die hij moest ondergaan, was dat hij minstens 20 kilometer van de grens af moest gaan wonen.
Maar laat ik bij het begin beginnen.
Een maand of wat geleden ben ik eens in de familiestamboom van de familie Haan gedoken. Ik weet al niet eens meer waarom, maar een oom van mijn vrouw was daar vroeger ook intensief mee bezig. Destijds begreep ik niet waarom iemand dat deed en eigenlijk begrijp ik dat nog steeds niet helemaal. Maar tegenwoordig gaat het opzoeken van dergelijke informatie wel vele malen eenvoudiger. Veel archieven zijn gedigitaliseerd en via internet toegankelijk. Alhoewel ik zelf in Den Helder ben geboren, komt mijn vader uit de provincie Groningen. Zijn ouders (mijn opa en oma, die ik heel erg goed gekend heb, en die mijn kinderen ook erg goed gekend hebben) komen ook uit die provincie, dus een goed startpunt om te zoeken of ik iets over mijn voorouders zou kunnen vinden, is de website van AlleGoningers. Al snel bemerkte ik dat ik dat wel heel erg leuk vond. Niet alleen trof ik informatie aan omtrent geboorte, huwelijk, en overlijden van heel wat voorouders, maar ook trof ik regelmatig gescande uittreksels uit doop- of bevolkingsregisters. Ik begon deels te begrijpen wat mensen hier nu leuk aan vonden.
Mijn zoektocht richtte zich op de mannelijke lijn. Het uitzoeken (en opzetten) van een complete familiestamboom ging me veel te ver en zou me veel te veel tijd gaan kosten. Nu heb ik het geluk dat “Auko” (mijn vader) en “Rienko” (mijn opa, maar bijvoorbeeld ook mijn jongere broertje) geen alledaagse namen zijn. Dat maakt het zoeken in de verschillende bronnen een stuk aangenamer. Toch stokte mijn zoektocht aan het begin van de 19e eeuw. Ik vond geen enkele informatie meer. Tot me een lichtje ging branden. Het was me al een aantal keer opgevallen dat men het vroeger niet al te nauw nam met de schrijfwijze van de namen in geboorteaangiftes. Rienko was bijvoorbeeld al eens verbasterd langsgekomen als Rienke. En ook Berend (een andere naam die in de 19e eeuw regelmatig in de familie voorkwam) was al eens als Berent langsgekomen. Of dit nu kwam doordat het handschrift van de dienstdoende ambtenaar zo slecht was, de aangever zelf niet kon lezen en schrijven waardoor hij de naam niet kon controleren, de aangever (of de ambtenaar) een onvaste hand had door het nuttigen van een poppeslokje (of een aantal), dat weet ik niet en daar zullen we wel nooit meer achterkomen.
Gewapend met deze wetenschap ben ik verder gaan zoeken (Google is my friend) waarbij ik al snel uitkwam op de waanzinnig uitgebreide site van Koen Mein. Op zijn site stuitte ik op Rientko Berents Haan. Zowaar een voorouder langs (uitsluitend) de mannelijke lijn, die ik met andere schrijfwijze ook al in andere archieven tegen was gekomen. Uiteraard nieuwsgierig geworden, ben ik van daaruit eens in de mannelijke lijn door de stamboom teruggegaan in de tijd om te kijken tot hoever die stamboom gedocumenteerd is. Uitsluitend langs de mannelijke lijn gaat de stamboom terug tot Johan Willems die op het landgoed erve Willems in Onstwedde gewoond moet hebben en omstreeks 1582 overleden moet zijn. Slik! Dat betekent dus dat de beste man zeer waarschijnlijk ergens in de eerste helft van de 16e eeuw geboren moet zijn. In die tijd hadden de bewoners van Oost-Groningen volgens mij net hun berenvellen van zich afgeschut (alhoewel sommigen er nog in lopen).
Toch is dat voor mij niet de reden om dit hele verhaal voor mijn nageslacht te bewaren. En een dikke pluim voor de lezer die het tot hiertoe heeft volbracht en nog niet is weggeklikt naar een andere site.
Wat mij echt opviel, en waarvan mijn nekharen zelfs wat overeind gingen staan, was een opmerking die ik bij Johan Sickes ofte Willems (de kleinzoon van Johan Willems) had zien staan. Zijn moeder (de schoondochter derhalve van Johan Willems, en een van mijn hele verre voormoederen, om het zo maar eens te noemen), Hille Willems oder Sickes is namelijk op 11 september 1589 als heks verbrand. Gruwelijk! Nog een geluk dat ze toen al kinderen had, anders had ik hier niet gezeten. Bij Johan Sickes ofte Willems stond ook een afbeelding van een gedenksteen die vele eeuwen later ter nagedachtenis aan deze weliswaar goed gedocumenteerde maar ook duistere kant van de geschiedenis is geplaats op de plek waar de verbrandingen hebben plaatsgevonden. Een gedenksteen die (zo las ik later in andere artikelen op internet) een paar jaar later alweer door diefstal verdwenen was.
Het verhaal liet me niet los. Ik plaatste een link naar de gedenksteen op Facebook, met bovenstaand relaas (maar dan in sterk ingekorte versie). Eén van de reacties die daarop volgde was dat deze geschiedenis in verhaalvorm was opgenomen in de verhalenbundel “In de schaduw van de Geselberg“. Ik heb het boek bij de bibliotheek geleend en besloot dat dit boek tot de standaarduitrusting van de familie Haan hoorde, en heb het vervolgens ook gekocht bij de uitgeverij.
Via de uitgeverij ben ik in contact gekomen met Bianca Mastenbroek, de auteur van het verhaal “Beproeving van water en vuur” (één van de verhalen uit “In de schaduw van de Geselberg”), waarin deze donkere bladzijde uit de geschiedenis op ontroerende wijze wordt verteld. Met haar toestemming heb ik hieronder een fragment uit het verhaal overgenomen. De afbeelding bij dit bericht is gemaakt door Remco Nieboer.
De cellen in het poorthuis waren vol. Iedere dag arresteerden de drost en de scherprechter mensen uit de heerlijkheid, testten ze in het water, verhoorden ze pijnlijk en kwamen de richter en de gezworenen om de getuigenissen aan te horen.
Tot nu toe was er geen enkele reactie van de gravin. Geeske wist niet wat ze nog meer kon doen. Iedere nacht bezocht ze de gevangenen. Het eten dat ze meebracht, hield hen sterk, maar haar geloof in hun onschuld was wat hen deed volhouden.
Gisteren was Henrichje Smitts voor de derde keer gemarteld. ‘Meisje,’ zei ze slissend vanwege haar gebarsten lippen, ‘jouw bezoekjes helpen ons hier doorheen. Zonder jou hadden we zelf geloofd in wat we onder dwang bekennen.’
Hille sprak niet meer. Maar Geeske gaf haar vriendin niet op. Ze sprak haar fluisterend bemoedigende woorden toe, zorgde ervoor dat ze at en dronk. Ooit zou deze verzoeking voorbijgaan.
De gevangenen moesten volhouden en zij ook. Ze had net de richter, de biechtvader en de gezworenen uitgelaten. Allen waren opgetogen, blijkbaar stond er iets te gebeuren. Met benen zwaar als lood keerde ze terug naar de drost. Ze verafschuwde hem.
Hij stopte haar een stuk perkament in haar handen. ‘Zorg ervoor dat deze annonce zo snel mogelijk wordt opgehangen bij de kerk en dat de boodschap verspreid wordt. Het is hoog tijd om wat heksen te verbranden!’
Geeske strompelde uit zijn gezichtsbereik. Ze kon slechts een paar letters lezen, maar die paar letters waren genoeg om de naam van haar vriendin te herkennen. Zwarte strepen verschenen in haar blikveld. Hille zou verbrand worden als toverse.
Auteur bovenstaand fragment: Bianca Mastenbroek.
Toevoeging: op 26-10-2017 bezocht ik de Geselberg (Gieselbaarg) en de Burcht (Borg) Wedde. In tegenstelling tot wat in het bericht staat vermeld, staat er wel (weer) een gedenksteen bij de Geselberg.